Amputatie van het been
Belangrijke thema's bij Amputatie van het been:
Ook wel: amputatie prothesiologie onderste extremiteit
Per jaar wordt bij ruim 3200 mensen in Nederland een been geamputeerd. Meestal zijn zij 65 jaar of ouder. Een amputatie is een heftige, definitieve ingreep. Ook voor de artsen is de operatie een moeilijke beslissing. Alleen als het echt niet anders kan, wordt (een deel van) het been afgezet.
Een been kan op verschillende plekken worden geamputeerd.
De helft van het bekken wordt met het been verwijderd. De beenprothese wordt opgehangen aan een korf om het bekken.
Dit is een amputatie van het gehele been, door het heupgewricht heen. Het bovenbeen wordt van het bekken gescheiden. De beenprothese wordt opgehangen aan een korf om het bekken.
Het onderbeen en een deel van het bovenbeen worden verwijderd. In de prothese is een kunstknie nodig.
Het onderbeen wordt met de helft van het kniegewricht verwijderd. In de prothese is een kunstknie nodig.
Het onderbeen (of een deel daarvan) wordt verwijderd.
Dit is een amputatie door het enkelgewricht. Het scheenbeen en kuitbeen worden minimaal ingekort. Het is mogelijk om op het uiteinde van de stomp te lopen, met of zonder prothese.
Verlies van (een deel van) beide benen.
Een beenamputatie is meestal het gevolg van een vaataandoening. Andere oorzaken kunnen zijn:
- Diabetes
- Bloedcirculatiestoringen
- Tumoren (zoals wekedelentumoren of botkanker)
- Een infectie
- Een ernstig ongeluk of bedrijfsongeval
Een amputatie vindt pas plaats als andere behandelingen niet aanslaan. Vaak hebben mensen dan al lange tijd veel (pijn)klachten. Voor deze patiënten is amputatie vaak een opluchting.
Een kleinere groep mensen moet een been missen na een ongeluk. Deze patiënten verliezen vrij plotseling hun been. En daarmee hun bewegingsvrijheid. Het onverwacht verliezen van een been is een grote schok.
VerbergEen beenprothese of kunstbeen is een kunstmatige vervanging van een been. De prothese moet zo goed mogelijk bij uw lichaam passen. En bij uw leefomstandigheden en activiteiten. Het soort prothese is ook afhankelijk van de plaats waar uw been is geamputeerd. In overleg met een revalidatiearts en een prothesemaker kiest u een beenprothese uit.
Een prothese kan zo worden afgewerkt dat die er bijna uitziet als een echt been.
Beenprotheses bestaan in verschillende vormen:
- De ‘normale’ wandelprothese.
- Sportprothese (bijvoorbeeld zwem-, hardloop-, skiprothese).
- Sierprothese.
Een beenprothese bestaat uit verschillende onderdelen:
- Een stompkoker. Deze wordt op maat gemaakt.
- Een kniegewricht. Dit is alleen het geval bij een amputatie boven de knie.
- Een enkelgewricht. Deze is soms beweegbaar en soms niet.
- Een voet.
Een beenprothese kan aan de stomp worden vastgemaakt met een:
- Pensysteem
- Touwtjessysteem
- Vacuümsysteem
- Bekkenkorf
Het been wordt zo laag mogelijk afgezet om zoveel mogelijk van het been te sparen. De chirurg maakt een zo goed mogelijke stomp. Dat wil zeggen, een stomp die stevig genoeg is om mee te lopen met een prothese. Een beenamputatie duurt meestal een half uur tot een uur.
Soms verliest iemand een (deel van het) been tijdens een ongeluk. Deze persoon wordt dan met spoed naar het ziekenhuis vervoerd. Daar proberen chirurgen een zo goed mogelijke stomp te creëren. Lopen met een prothese wordt daardoor makkelijker.
VerbergNa de operatie moet de wond goed genezen. In de stomp worden drains (afvoerbuisjes) geplaatst. Die voeren wondvocht af. Manieren om de zwelling van de stomp te verminderen zijn:
- Een gipskoker.
- Een liner. Dit is een op maat gemaakte stompkous van siliconenmateriaal.
- De stomp wordt gezwachteld.
Na de operatie moet u revalideren. Het revalidatieteam kijkt of de stomp goed geneest. Het team stelt een plan op met oefeningen om spierkracht en bewegingsmogelijkheden te verbeteren.
Eerst leert u zonder prothese te lopen in een loopbrug. Daarna met een looprek of krukken. Later leert een fysiotherapeut u te lopen met een prothese.
VerbergNa de operatie kunt u last krijgen van de volgende lichamelijke problemen:
- Infecties.
- Slechte wondgenezing.
- Verandering van de vorm van de stomp. Bijvoorbeeld doordat u aankomt of afvalt.
- Voor hartpatiënten en longpatiënten kan het extra zwaar zijn, omdat zij zich meer moeten inspannen dan vroeger.
- Bij diabetespatiënten kan de wond slechter genezen. Ook het leren lopen met een prothese is extra inspannend. De suikerziekte kan hierdoor worden ontregeld.
Sommige mensen ervaren pijn of andere gevoelsprikkels in het lichaamsdeel dat er niet meer is. Dit heet 'fantoompijn' of 'fantoomsensatie'. Het lijkt alsof het geamputeerde lichaamsdeel er nog is. Medicijnen of (spiegel)therapie kunnen de klachten verminderen of wegnemen.
Uw huid moet wennen aan het materiaal van de koker die om het been wordt geschoven. De koker vormt meestal het ophangmechanisme voor de prothese. Eén op de drie mensen met een beenprothese heeft huidklachten, zoals:
- Oedeem.
- Wondjes of ontstekingen.
- Overmatige transpiratie aan de stomp.
- Huidirritatie of andere allergische reacties.
Een amputatie van een been is een heftige ingreep. Naast lichamelijke klachten, kan het ook emotionele klachten geven. Bijvoorbeeld op het gebied van:
- Werk
Iemand kan zijn beroep moeilijk uitoefenen. Soms helemaal niet meer. - Wonen
Het huis moet worden aangepast. Soms moet iemand zijn vertrouwde huis verlaten. - Zelfredzaamheid
Zeker in het begin van de revalidatie heeft iemand regelmatig hulp nodig bij dagelijkse bezigheden. - Seksualiteit
Geef uw problemen aan bij de revalidatiearts of het behandelteam. Met de juiste begeleiding leert u omgaan met de veranderde situatie.
Zoek en vergelijk zorginstellingen
Bekijk kwaliteit en kies welke zorginstelling het beste bij u past
Zoek contact met lotgenoten
Meer weten over amputatie van het been?
-
Lees patiënteninformatie
KMK Brochure Van amputatie tot prothese -
Bekijk het overzicht van revalidatiecentra
Revalidatie Nederland -
Bekijk de kwaliteit van revalidatiecentra
Kwaliteitsvenster Revalidatie (NVZ) -
Lees over sporten na de amputatie
Sportzorg.nl