Jodiumhoudende contrastmiddelen
Belangrijke thema's bij Jodiumhoudende contrastmiddelen:
Een röntgenfoto laat normaal alleen het skelet zien. Met jodiumhoudende contrastmiddelen zijn ook de zachte delen zichtbaar op een röntgenfoto. Zachte delen zijn organen en bloedvaten. Om de vaten zichtbaar te maken brengt de arts het contrastmiddel vlak voor het onderzoek in. Dat doet hij met een infuusnaald in uw arm. Bij onderzoek naar de dikke darm wordt de vloeistof via de anus ingebracht. Soms krijgt u het advies om vooraf extra te drinken en meer zout te nemen.
Jodiumhoudende contrastmiddelen worden gebruikt bij de volgende onderzoeken:
- Röntgenfoto.
- CT-scan.
- Angiografie (onderzoek van slagaders, hart of kransslagaders).
- PET-CT.
- Dotteren.
Jodiumhoudende contrastmiddelen zijn niet radioactief of schadelijk. Ze verdwijnen de volgende dag via de urine. De contrastmiddelen zijn steeds beter geworden. Allergische reacties komen daarom minder voor dan vroeger. Ook als u snel allergisch reageert of astma hebt, is de kans op een reactie klein.
Alleen bij nierproblemen kan jodium de werking van de nieren aantasten. Als er een risico op nierproblemen is, onderzoekt een laborant vooraf uw bloed.
VerbergDe meest voorkomende bijwerkingen zijn een warm gevoel en een vreemde smaak in de mond. Ook komen een rode huid, jeuk of galbulten wel eens voor. De galbulten verdwijnen na een of twee dagen. Een zeldzame, heftige allergische reactie zal direct na de injectie opkomen.
In bepaalde gevallen kan jodium de werking van de nieren aantasten. Het risico is hoger bij:
- Nieren die al slecht werken.
- Suikerziekte (diabetes mellitus).
- Hart- en vaatziekten.
- Uitdroging.
- Gebruik van plastabletten.
- Gebruik van zogenaamde NSAID's. Dit zijn pijnstillers en ontstekingsremmers zoals Diclofenac, Ibuprofen en Naproxen.
- Gebruik van sommige andere medicijnen.
- Bloedarmoede.
- Te lage bloeddruk.
- Mensen boven de 75 jaar.
- Ziekte van Kahler.
- Ziekte van Waldenström.
Het is belangrijk dat uw arts alles weet over uw medicijngebruik en aandoeningen. Als er een risico op nierproblemen is, onderzoekt een laborant vooraf uw bloed.
Kijk hier of uw medicijn een risico vormt voor nierbeschadiging.
VerbergJodiumhoudende contrastmiddelen kunnen een versneld werkende schildklier nog sneller laten werken. Vertel het uw arts als u hier last van hebt. Een versneld werkende schildklier geeft de volgende klachten:
- Vermoeidheid.
- Gewichtsverlies.
- Niet tegen warmte kunnen.
- Transpireren.
- Nervositeit.
- Hartkloppingen.
Het jodium in contrastmiddelen verlaat het lichaam via de urine. Een heel klein deel blijft in het lichaam. Dit is ongevaarlijk. Wel maakt het een behandeling met radioactief jodium van een kwaadaardige aandoening aan de schildklier een half jaar lang onmogelijk. Moet u zo'n behandeling ondergaan, breng uw arts dan op de hoogte van het gebruik van jodiumhoudend contrastmiddel.
VerbergHet jodium dat in het lichaam achterblijft is erg weinig. Het is ongevaarlijk voor de ongeboren vrucht. Ook als u borstvoeding geeft, kunt u dat blijven doen.
VerbergLees ook op KiesBeter over
Meer weten over jodiumhoudende contrastmiddelen?
-
Lees patiënteninformatie
Nederlandse Vereniging voor Radiologie (NVvR) -
Lees over de onderzoeken
Röntgenonderzoek - CT-scan
- Angiografie
-
Lees over het voorkomen van nierschade
VMS Veiligheidsprogramma -
Lees over jodiumhoudend contrastonderzoek bij verminderde nierfunctie
Brochure Nierstichting
Bronnen: NVvR en Praktijkgids Nierinsufficiëntie
Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op 08 januari 2019.